dinsdag 5 november 2013

Nieuwe kunststromingen in Europa
1920-1929 C5 Netta S. - Laurent L. - Melanie S.23:50 0 reacties

De Stijl is een Nederlandse kunstbeweging, vernoemd naar het in 1917 (Leiden) opgerichte tijdschrift De Stijl. De belangrijkste leden waren Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Vilmos Huszár, Bart van der Leck, J.J.P. Oud,  Jan Wils, Robert van 't Hoff, Gerrit Rietveld en Georges Vantongerloo.

De Stijl is vooral een project van kunstenaar en publicist Theo van Doesburg, de zelfbenoemde oprichter, redacteur en propagandist van De Stijl. De leden streefden naar een radicale hervorming van de kunst, die gelijke tred hield met de technische, wetenschappelijke en sociale veranderingen in de wereld. Deze hervorming bestond uit het gebruik van een minimum aan kleuren (primaire kleuren, gecombineerd met zwart, wit en grijs) en een zo eenvoudig mogelijke vormgeving (bij voorkeur volgens het orthogonaal stelsel). Hoewel er van het tijdschrift De Stijl nooit meer dan 300 exemplaren verkocht werden, had het een grote invloed op de kunst in Nederland en daarbuiten. Vanaf de jaren 30 wordt De Stijl een centrale rol in de Europese avant-garde toebedeeld.



De Stijl, Omslag 7e jaargang, nummer 79-84



Letterklankbeelden door I.K. Bonset uit het tijdschrift De Stijl in 1921, een voorbeeld van Nederlands dadaïsme


Gerrit Rietveld (maquette) en Vilmos Huszár (kleur). Maquette Ruimte-Kleur-Compositie voor de Juryfreie Kunstschau in Berlijn.Oktober 1923. Materiaal en afmetingen onbekend. Verdwenen.


Theo van Doesburg. Het elementaire uitdrukkingsmiddel van de schilderkunst. 1924.


Het surrealisme is een kunststroming in de moderne kunst ontstaan als literaire stroming rond 1924. Hoewel er een hoogtepunt van het surrealisme is waar te nemen tussen 1925 en 1940, in zowel schilderkunst, beeldhouwkunst en in de literatuur, is het surrealisme vandaag de dag nog steeds aanwezig en actief.

Het is de Franse schrijver en essayist André Breton, die in 1924 zijn opvattingen omtrent het surrealisme in de kunst, vooral de schilderkunst en de literatuur, te boek stelt in het Manifest van het Surrealisme (Frans: Manifeste du Surrealisme). Over de relatie tussen het surrealisme en de schilderkunst publiceerde hij in 1928 Le surréalisme et la peinture, dat in 1965 met vele nieuwe toevoegingen nogmaals werd uitgegeven.

Teleurgesteld in het rationalisme, dat door de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog te optimistisch was gebleken, en geïnspireerd door de ideeën van Sigmund Freud, stellen surrealisten de door vrije associaties gekenmerkte bewustzijnstoestand van de droom centraal.

 

Max Ernst,  The Elephant Celebes (1921), Tate, London


René Magritte, Leci n'est pas une pipe, 1928–29, Los Angeles County Museum of Art


Eerste nummer van La Révolution Surréaliste, december 1924


Futurisme, Italiaanse kunst vóór de uitvinding van het fascisme. Italië in de periode 1910-1920 is fascinerend, nét voordat het zo fout ging, juist omdat je wilt begrijpen waarom het daarna fout ging. Als je kijkt naar Italië in de jaren ’10 en ‘20, waar het fascisme werd uitgevonden, zie je een dynamische samenleving. Maar hoe moet je die dynamiek karakteriseren? Het was geen Duitse dynamiek van de jaren ’20 waar men wellicht uit wanhoop op de tafels ging dansen op briefjes van 1.000.0000 mark terwijl Marlène Dietrich uit de grammofoonspeler kraakte zoals te zien is in 'Berlin Alexanderplatz', de verfilming van het boek over Franz Biberkopf uit 1929. Het was de tijd van filosofen als Le Bon (massapsychologie), Sorel (de legitimatie van geweld) en Freud (zelfverwezenlijking). 

In Italië was men al jaren constructief bezig met een maatschappelijk debat toen door Il Duce Mussolini het fascisme werd uitgevonden. Dit debat vond plaats bij de Futuristen, een kunstzinnige maatschappelijke stroming. Filippo Tommaso Marinetti  was de oprichter en haar voornaamste vertegenwoordiger. Het futurisme was een theorie van emotie. Het opzoeken van gevaar, een tomeloze energie, moed, vermetelheid en rebellie werden bezongen als ware deugden. Arbeiders die zich bij de futuristische beweging aansloten, werden op slag ‘poëten’, wellicht een diep verlangen van ieder mens. De oorlog werd verheerlijkt als middel tot het bereiken van een nieuwe samenleving. Het verleden was voltooid.






0 reacties